16.
Wir sind nur Mund
(ca. 1973 / 1976)

Play

Zoals reeds gemeld bij 11a is Niël al vanaf 1973 met deze muziek bezig geweest. Toen componeerde hij “Prologos”, voor 2 orkestgroepen, 6 solo-instrumenten, harp, celesta en slagwerk. Dat was een opdracht van Radio Omroep Zuid bij gelegenheid van het afscheid van Chris Smits, de toenmalige directeur. De titel geeft de aanwijzing dat de muziek van deze scene of dit sextet (hier de 6 solo-instrumenten) oorspronkelijk bedoeld is geweest als een soort ouverture van de hele opera. Toen al moet ook de tekst van Rainer Maria Rilke in beeld geweest zijn. De (beroerde) première van Prologos vond plaats op 28 september 1973 tijdens een feestavond in de Staarzaal te Maastricht. Uiteindelijk heeft Niël deze muziek als vocaal sextet een plaats gegeven aan het begin van de derde akte (ca. 1976). In die vorm wacht ze nog op de eerste uitvoering. Wat wij in deze opname horen is een bewerking door Peter Soeters, welke klonk op een concert van het Matty Niël Consort op 7 mei 1999. Ik vermoed in Museum Van Bommel van Dam, Venlo. Het zangers-sextet in de opera bestaat uit de zes hoofdrolspelers: de prinses sopraan, Rosetta mezzosopraan, de gouvernante alt, de prins tenor, de koning tenor en Valerio bas-bariton. In de op het geluidsbestand meegenomen toelichting van Soeters worden de namen der musici van de uitvoering van deze bewerking genoemd – met uitzondering van de klarinettist.
  • Bezetting: sopraan, klarinet, viool, violoncello, piano
  • Uitvoering: Wilma Verbeet sopraan, Roger Creusen (?) klarinet, Manon Meijs viool, Gemma Serpenti cello, Peter Soeters piano.
  • Opname: 7 mei 1999, cassette 10.
Veel doet denken aan het beroemde slot-sextet van Mozart's opera Le Nozze di Figaro (de bruiloft van Figaro): daar als ‘statement’ achteraf (over menselijke relaties), dit gedicht is hier (voor mij) de proclamatie van Niël over zijn componeren, en dat op een moment in de opera waar duidelijk wordt, hoe uiteindelijk alles bij het oude blijft. Ook blijkt uit de hier te beluisteren fragmenten (11a., 15 en 16), dat de muziek van Niëls opera Wege grote dramatische kwaliteiten heeft. (AST)

Wir sind nur Mund

Wir sind nur Mund.
Wer singt das ferne Herz,
das heil inmitten aller Dinge weilt?
Sein (großer) Schlag ist in uns eingeteilt
in kleine Schläge. Und sein großer Schmerz
ist, wie ein großer Jubel, uns zu groß.
So reißen wir uns immer wieder los
und sind nur Mund.
Wij zijn slechts mond.
Wie is dat verre, zingende hart,
dat gaaf tussen alle dingen aanwezig is?
Zijn grote slag is in ons ingedeeld
in kleine slagen. En zijn grote smart
is, zoals een grote vreugde, té groot voor ons.
Zo rukken wij ons telkens daarvan los
en zijn slechts mond.
Aber auf einmal bricht der große Herzschlag
heimlich In uns ein, so daß wir schrein –
Und sind dann Wesen, Wandlung und Gesicht.
Maar ineens komt die grote hartslag
ongemerkt in ons tot leven, zodat we het uitschreeuwen –,
En dan zijn we kern, verandering en visie.
Rainer Maria Rilke, September 1923vertaling: André Stolwijk