11b.
Ihr und Ich
(1974)

Play

Eveneens voor Bröcheler en Kamp schreef Niël dit lied, op een tekst van de Joodse dichter Nathan Birnbaum; Niël vondt het gedicht in een boek van de schrijver Weinreb. Hij voltooide het lied op 24 november 1974 en in maart 1976 kreeg het de eerste uitvoering in Venlo. Vanwege de vrij zeldzame bezetting (bariton + cello) wordt het veelal tezamen met Schauspiel uitgevoerd. Ook dit lied heeft aan het eind die oplichtende flageolet-toon. Anders dan wat hier en daar wordt vermeld is dit lied géén onderdeel van de opera Wege.
  • Bezetting: bariton, violoncello
  • Uitvoering: John Bröcheler bariton-bas, Jos Kamp violoncello
  • Opname: als bij 11a: ROZ 23 oktober 1973, van een concert op kasteel Ehrenstein te Kerkrade, in het kader van een kunstmanifestatie door de Culturele Kring het Land van Rode i.s.m. Radio Omroep Zuid.
  • Opmerking: Niël heeft de tekst van het gedicht aanzienlijk ingekort (er is nogal wat ‘meer-van-hetzelfde’); daarbij blijft echter de teneur van het gezegde overeind: jullie – de wereld, de maatschappij – hebben me buiten gesloten, maar ik ben daar niet aan ten onder gegaan, integendeel!
Ihr und Ich

Ihr habt mir das Schwert aus den Händen gewunden,
Die Krone gerissen vom Königshaupt,
Ihr habt mir den Rücken krumm gebunden,
Den kecken, den siegenden Blick geraubt!

(twee strofen weggelaten)

So will ich euch fluchen und will euch hassen! –
Doch nein! –– Ich entkam (herhaald) ja der Schmach und Not;
Wohl könnt ihr in euren Dünkel nicht fassen
Wie blutend Leben weiter loht:

Aus meinem Herzen hab ich gesogen
Viel sonnige Fäden so fein und fest,
Und hab mich daraus zusammengewoben
Ein neues, lauschiges Weltennest.

(twee strofen weggelaten)

So will ich euch segnen und will euch lieben,
So viel und so schwer ihr gesündet an mir!
Denn ich bin das siegende Opfer geblieben
Und reueverfallene Henker ihr!