Biografie Dirk Verdonk

Hij stamt in rechte lijn af van de bekende Zuid-Nederlandse componist uit de 16de eeuw Verdonck. Van deze componist bestaat een door Frans Hals geschilderd portret. De voorvaderlijke lijnen worden gedocumenteerd door de Stichting Genealogisch Onderzoek Verdonk.

Als leidmotief voor zijn leven noemt hij 'mijn zwakke gezondheid'. Deze hinderde hem zowel bij zijn studie alsook in zijn muzikale carrière. Hij is geboren op 6 october 1922 in Vaals, waar zijn vader bij de grenspolitie werkte. Thuis stond een piano, waarop vader met een violist ongeveer hetzelfde repertoire speelde als André Rieu thans met zijn orkest. Ze traden bij gelegenheden daarmee op. In 1936 stierf zijn moeder, twee jaar later hertrouwde zijn vader en de piano verhuisde mee naar de nieuwe woning. Dirk en zijn zus waren daar niet zeer welkom: zij gingen bij hun grootouders wonen. Dirk kreeg piano- en orgellessen bij organist Knittel van de St.Pauluskerk. Al spoedig kon hij deze ook assisteren en vervangen bij diens vele werkzaamheden, soms drie gezongen missen per dag. Knittel onderwees hem ook in de muziektheoretische vakken contrapunt en harmonieleer. Hij was ook dirigent van het Cecilia Mannenkoor te Vaals.

In 1939 meldde Verdonk zich aan als student bij het Gregoriushaus in Aken, onderdeel van het Conservatorium. De belangrijkste leidende figuren aldaar waren de heren Neuver en Freistedt. Daar volgde hij de opleiding tot kerkmusicus. Dat ging niet zonder moeilijkheden. De Duitsers vielen in 1940 Nederland binnen, Aken was enige tijd onbereikbaar. De studie in Aken duurde tot het grote bombardement in november 1944, waarbij 40 studenten (uit het internaat) van de kerkmuziekschool omkwamen. Mede als gevolg daarvan kon hij de opleiding in Aken niet voltooien.

Dirk Verdonk studeerde vanaf 1958 tot 1960aan het Conservatorium van Maastricht. Zijn leraren waren o.a. Cardous voor HaFa-directie, K. van Wersch voor piano, M. Koekelkoren voor harmonieleer, W. Heystek voor gehoor/solfège, Th. Franssen voor algemene muziekleer. Door ziekte heeft hij die studie niet af kunnen maken.

Direkt na de bevrijding speelde hij ongeveer een jaar in een dansorkest bij de Amerikanen. En vervolgens is er een lange lijst van werkzaamheden als begeleider van diverse koren, en in kerken bij meerstemmige missen: de St.Pauluskerk, de kloosterkerken van de Camilianen en Redemptoristen, en in andere plaatsen door heel Zuid-Limburg. Hij heeft gewerkt met het Koninklijk Mannenkoor Cecilia 1837 Vaals (van 1960 - 1970 2de dirigent), het St.Josefkoor Vaals, het Camilluskoor, St.Cecilia Gulpen, Mechels Vocaal ensemble. Vanaf de bouw tot en met de sluiting in 2000 was hij gedurende meer dan 20 jaar organist (in vrije dienst) van het St.Josefkerk in Vaals. Hij kon zich zo vrij in zijn beroep bewegen omdat hij financieel onafhankelijk was: "mijn hobby is mijn beroep".

Vanaf 1940 tot ± 1960 componeerde Dirk Verdonk in wat te noemen is: de traditionele stijl. De meeste werken uit die periode heeft hij vernietigd. Werk voor koor is nog te vinden in het archief van het koor van de St.Josefkerk. Ook bevinden zich daar nog enkele koorstukken met orgel van zijn hand. Maatgevend voor de ontwikkeling van zijn eigen stijl is het boek van Herbert Eimert Lehrbuch der zwölftontechniek geweest (Breitkopf & Härtel 1973). Vandaar uit creëerde hij zijn eigen muziektaal: componeren met 12 tonen. Ritmisch liet hij zich inspireren door studiewerken te vinden in de Akense muziekbibliotheek of de Maastrichtse stadsbibliotheek, zoals bv. een trompetmethode.

Hoogtepunten zijn voor hem het Schrijvers Herdenkingsconcert (1960-70) met het St.Ceciliakoor Vaals onder zijn leiding in de O.L.Vrouwe Basiliek in Maastricht, met solistische medewerking van de bariton Leo Ketelaars en de organist M. Prange. Verdere hoogtepunten waren enkele concertreizen met het Kon. Mannenkoor St.Cecilia in 1963 naar Innsbruck en Salzburg, waar hij ook dirigeerde. Belangrijk was de uitvoering van zijn Vier Jaargetijden, voor 4 harpen; het werd gecomponeerd voor Phia Berghout, en werd op 13 juli 1980 bij gelegenheid van de 20ste Internationale Harpweek in de Abdijkerk van Rolduc, Kerkrade uitgevoerd. Op 5 october 1997 was er een concert in de Kopermolen te Vaals, vrijwel geheel aan het werk van Dirk Verdonk gewijd. Hij overleed te Vaals op 2 december 2002.

Dirk Verdonk streed onvermoeibaar voor het belang van zijn werk, met daarbij de uitspraak: "onverschilligheid is het grootste onrecht en verdriet dat iemand wordt aangedaan". Zijn werken zijn volgens het contract met de Stichting Matty Niël, gesloten in 2002, reeds grotendeels ondergebracht in het gemeentelijk archief van het Centre Céramique te Maastricht. De overige documenten betreffende de compositorische nalatenschap volgt in 2003.

De opuslijst is in overeenstemming met de reeds gepubliceerde opuslijst 1999 van de Stichting Limburgse Componisten door de componist en thans geactualiseerd.

Door de componist geautoriseerde biografie.
In juli 2003 geformuleerd door André Stolwijk.


Terug naar de vorige pagina